Jan van der Vaart: Pottenbakken is een ambacht – glazuren een wetenschap

Geplaatst op 4 december 2025

Net voor zijn overlijden had Jan van der Vaart (1931-2000), tactisch zijn grootste succes onder embargo geplaatst: zijn zelf ontdekte en verfijnde bronsglazuur mocht niet worden geopenbaard. Het glazuur, wat hij aanbracht op talloze vazen en ander steengoed, werd van recept tot glazuurproef geheim verklaard. Inmiddels 25 jaar later is dit embargo, wat door het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis (RKD) als patent werd beschouwd, komen te vervallen.

In het tijdschrift Vormen uit vuur, is het geheim van Jan van der Vaart gedeeld. In samenwerking met het RKD is uitgebreid onderzoek verricht naar de structuur van het bronsglazuur. Scherven met zijn typerende bronsglazuur zijn onder de loep genomen en bestudeerd. Hiermee is de samenstelling van het glazuur achterhaald en zo het geheim van Van der Vaart gevonden. De tekst hieronder bevat een samenvatting van het onderzoek en de bevindingen betreffende het beroemde bronsglazuur.

 

Experimenterend keramist

 

Van der Vaart was in zekere zin autodidact en heeft dus geen academische achtergrond. De enige opleiding die hij heeft gevolgd was een cursus keramiek aan de Vrije Academie in Den Haag. Hier leerde hij in twintig zaterdagen (tussen november 1953 en maart 1954), van Theo Dobbelman en Just van Deventer. Verder gebruikte hij lesboeken en andere literatuur om zichzelf te scholen in de keramische kunst. Opmerkelijk is dat Jan op latere leeftijd doceerde aan de Gerrit Rietveld Academie, wat zelden voorkomt als autodidact. 

 

Door het ongeschoolde aspect van zijn werken, heeft de pottenbakker juist veel meer vrijheid behouden. Hierdoor is hij veel gaan experimenteren. Het was iemand die klei uit rivieren meenam, as uit de haard raapte, en met eigengemaakte glazuren nieuwe kleuren ontdekte. Met name was hij op zoek naar het perfecte bronsglazuur. Dit glazuur ontdekte hij in de jaren 50 per toeval. Dit is terug te zien in zijn grote, bijna unieke archief.

 

Afbeelding 1: Archief Jan van der Vaart, 3 bronsglazuren geplakt op karton, afbeelding afkomstig van 'vormen uit vuur'

 

Een vrijgekomen archief

 

In 2025 werd het archief Van der Vaart omgepakt. Het patent hierop bleek al ruimschoots verlopen, en de niet-openbaring werd opgeheven. In het vrijgekomen archief zijn talloze klei- en glazuur proeven, notitieboekjes, en multomappen te vinden. Met de combinatie van klei- en glazuur recepten, notities hiervan en aanwezigheid van fysieke klei- of glazuurproeven, is dit archief bijna uniek. Vroege recepturen van glazuren, gepaard met glazuurproeven geplakt op stukken karton, laten zien welke onderzoeksmethodes Van der Vaart hanteerden. Uit het archief blijkt dat Van der Vaart uitermate experimenteel werkte. Dit is te zien in zijn zoektocht naar de juiste samenstelling van materialen, stooktemperatuur, en percentages klei.

 

Hij hield uitgebreide logboeken bij, zodat ieder experiment weer voort kon bouwen op het vorige. Opmerkelijk is dat bij de twee best bewaard gebleven proeven, en dus waarschijnlijk het meest waardevolle onderzoek, de receptuur ontbreekt. Dit zijn vierkantsmengingen voor sinterengobes, deels met bronseffect, die zijn onderzoek naar het bronsglazuur laten zien.

 

Afbeelding 2: Archief Jan van der Vaart, 25 proeven vierkantsmenging voor sinterengobes, deels met bronseffect, geplakt op karton, circa 1960. Afkomstig van 'vormen uit vuur'

 

In samenwerking met het RKD is er een röntgen-fluorescentie-spectroscopie (XRF) onderzoek gedaan naar de glazuursamenstelling, om zo de methode van Van der Vaart vast te stellen. Hier kwamen verschillende ijzerionen, kalium, calcium, mangaan, koper en lood naar voren. Dit onderzoek laat enkel zien met welke stoffen er door Van der Vaart is geëxperimenteerd. Voor het bronseffect zelf moest nog verder gekeken worden. 

Brons-effect onder de loep

 

Optisch lijkt de glinstering van het “brons” zich in de structuur van de glazuurlaag te bevinden. Een stuk steengoed met glinsterende bronslaag werd door de onderzoekers met een optische microscoop bekeken onder wit, en gepolariseerd licht. In het witte licht werden er microscopisch kleine kristalconfiguraties aangetroffen in het glazuuroppervlak. Gepolariseerd licht liet zien dat de kristallen verschillende groeirichtingen hebben (parallel aan, of onder een bepaalde hoek) ten opzichte van het glazuuroppervlak. Om de kristallen verder te bepalen, werden de bronsglazuren onderzocht door middel van röntgen-diffractometrie (XRD). Een match werd gevonden met een specifieke vorm van de chemische verbinding kopermanganaat (koper-mangaan-oxide), wat tot de zogenaamde spinel-mineralen hoort. 

 

Afbeelding 3: Het bronsglazuur van een glazuurproef, bekeken met een optische microscoop onder wit licht. Afkomstig uit 'vormen uit vuur'

 

 

Uiteindelijk werd, na op elektronen-niveau naar het bronsglazuur te hebben ingezoomd, de microstructuur van de kristallen nog duidelijker: de kristallen bestaan uit kopermanganaat, dat eveneens ijzer, en soms ook kobalt blijkt te bevatten. Opmerkelijk is dat het koper en mangaan in een voor spinel bijzondere een-op-een verhouding aanwezig zijn. De precieze verhouding tussen de elementen ijzer en/of kobalt ten opzichte van het aanwezige koper leek direct afhankelijk te zijn van de variatie van de receptuur van bronsglazuur in samenhang met een bepaalde stooktemperatuur.

 

Glazuur-wetenschapper

 

Van der Vaart wist dus keer op keer met zijn techniek mineralen te kristalliseren. Hij creëerde op experimentele wijze kopermanganaat: een materiaal met een kleur die op ongepatineerd bronsmetaal lijkt. De schittering in het materiaal wordt verkregen door de groeirichting en verdeling van de kleine kopermangaat-kristallen. Het licht wordt hierdoor verstrooid en gereflecteerd, waardoor deze schittering en de (mat)glans van het bronseffect verklaard kan worden. De typerende kleur en kristalvorming samen maken dat het brons-effect perfect wordt overgebracht in het glazuur. 

 

Jan van der Vaart heeft het bronsglazuur in 1950 al per toeval ontdekt en is deze, vooral in de jaren 60, zelf experimenteel gaan perfectioneren. We wisten al dat hij het gevonden had, maar nu is eindelijk achterhaald hoe. Vijfentwintig jaar na zijn dood blijkt dat hij een manier had gevonden om een specifiek mineraal te laten kristalliseren. Kopermangaat-spinel met daarin ijzer en kobalt, is nog niet eerder wetenschappelijk beschreven en is daarmee een nieuwe ontdekking. Het is (nog) geen standaard erkend mineraal. Van der Vaart is hiermee  niet alleen meester pottenbakker, maar ook glazuur-wetenschapper. Het bronsglazuur verkrijgt hierdoor een extra unieke dimensie.

 

Afbeelding 4: Billen vaas, 1988, uit de collectie van Kunstconsult. Hier is het bronsglazuur perfect uitgevoerd.

 

Een nieuw podium

 

De wetenschappelijke pottenbakker krijgt dit jaar een nieuw podium: in Kunstmuseum Den Haag is sinds 15 november 2025 een retrospectieve Van der Vaart-tentoonstelling te zien, met meer dan 150 objecten. De tentoonstelling loopt tot 5 juli 2026. Een object uit de collectie van Kunstconsult wordt hier ook tentoongesteld. De expositie sluit aan bij de verschijning van het boek Jan van der Vaart: Meesterpottenbakker. Een prachtig boek over het leven en de werken van Van der Vaart, De rijk gerealiseerd door de nieuwe kunstboeken stichting Cometa*. 

 

Afbeelding 5: Jan van der Vaart en Herman Gordijn, Jazz vaas, 1955, uit de collectie van Kunstconsult. Dit object wordt vertoond tijdens de expositie in Kunstmuseum Den Haag

 

Dat het vrijgekomen archief en de expositie in het Kunstmuseum Den Haag gelijktijdige ontwikkelingen zijn, betekent niet dat het één uit het ander voortkomt. Het betreft een toevallige samenloop van omstandigheden. De belangstelling voor Van der Vaart broeide al meerdere jaren. Met de retrospectieve expositie en het gelijktijdige vrijkomen van zijn geheim omtrent het bronsglazuur wordt de interesse in Van der Vaart binnen Nederland opnieuw aangewakkerd. Kunstconsult sluit zich hierbij aan: onze uitgebreide collectie zal te zien zijn tijdens de verkoopexpositie op 20, 21 en 26 t/m 28 december. 

 

Tekst door: Ariane Waitz