Moderne vormgeving rond 1900: Klokken van Berlage tot Stoffels

Geplaatst op 4 september 2019

Rond 1900 nemen de vernieuwingen in de vormgeving en architectuur een vlucht, het is het tijdperk van Art Nouveau. In Nederland ontstaat, onder invloed van de ideeën van architect en ontwerper Hendrik Petrus Berlage, een sobere, rationalistische variant: de Nieuwe Kunst. In dit artikel zoomen we in op de vormgeving van metalen klokken uit de Nieuwe Kunst-periode. De belangrijkste ontwerpers hiervan waren Berlage, Jan Eisenloeffel en Cornelis Stoffels. Rond de eeuwwisseling waren ze alle drie in een andere hoedanigheid verbonden met de firma Amstelhoek. Berlage als mede-oprichter van ’t Binnenhuis, dat voorwerpen van Amstelhoek verkocht, Eisenloeffel als artistiek leider van de metaalwerkplaats en Stoffels als begenadigd ambachtsman die veel technieken beheerste. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er verwantschap bestaat tussen de ontwerpen van de drie. Toch heeft elk van deze Nieuwe Kunst-ontwerpers ook eigen stijlkenmerken.

 

Een compleet klokkenstel, rond 1900 gemaakt bij de Amsterdamse firma Amstelhoek, kom je niet vaak tegen. De klok en de twee flankerende kandelabers zijn monumentaal van vorm. De voorwerpen zijn opgebouwd uit vlakke messing platen die in vorm zijn gebracht en aan elkaar verbonden met decoratieve rijen klinknagels. De klok heeft een wijzerplaat van rood koper met geëmailleerde Romeinse cijfers; de kast is voorzien van een ornament met in het hart een maansteen. De klok is aan de achterzijde gemerkt met het fabrieksmerk van Amstelhoek. 
 

Rijksmuseum

Een identieke set – met als enige verschil dat de klok is bezet met een rode steen – bevindt zich in het Rijksmuseum. Het klokkenstel, waarvan het ontwerp wordt toegeschreven aan H.P. Berlage, is afgebeeld in de catalogus Art Nouveau in het Rijksmuseum en op de website van het museum. In de omschrijving worden de karakteristieke ontwerpstijl en het decoratieve gebruik van klinknagels benadrukt: ‘De vormgeving van deze set is sober en rationeel, de kenmerkende stijl van de invloedrijke Nederlandse architect Berlage. Verbinden onderdelen, zoals klinknagels, zijn duidelijk zichtbaar en accentueren de constructie en de vorm. De breed uitstaande voeten lijken op de basis van de in 1889 voltooide Eiffeltoren, destijds hét voorbeeld van een ingenieursconstructie.’

 

Berlage als ontwerper van metaalwerk

Berlage was rond de vorige eeuwwisseling een invloedrijke sleutelfiguur in de Nederlandse toegepaste kunst. Als architect van de Beurs van Berlage (bouwperiode 1898 – 1903) liet hij een groot aantal kunstnijveraars en ontwerpers aan dit Gesamtkunstwerk meewerken. In 1900 was hij, samen met W.C. Hoeker en Jac. van den Boschmede-oprichter van ’t Binnenhuis. Deze Amsterdamse woninginrichtingsfirma leverde alles voor het binnenhuis aan gegoede clientèle, van meubels en tapijten tot lampen, klokken en serviesgoed. Berlage was zelf een van de ontwerpers van onder meer meubels en metaalwerk. Zijn vooruitstrevende compagnon Hoeker, van huis uit goudsmid en eigenaar van juweliersfirma Hoeker & Zoon, had in 1897 keramiekwerkplaats Amstelhoek opgericht, waarvan ook producten werden opgenomen in de collectie van ’t Binnenhuis. In 1899 werd Amstelhoek uitgebreid met een metaalafdeling voor moderne gebruiksvoorwerpen, waarover Jan Eisenloeffel tot zijn vertrek in 1902 de artistieke leiding had.

 

Amstelhoek

De meeste metalen voorwerpen die bij Amstelhoek werden uitgevoerd, waren ontwerpen van Jan Eisenloeffel. Het idee bestaat dat Amstelhoek in de periode rond de oprichting van ’t Binnenhuis ook metaalwerk heeft vervaardigd naar ontwerp van Berlage. Jammer genoeg werden de producten van Amstelhoek niet voorzien van een ontwerpersmerk, maar alleen van een fabrieksmerk: het monogram in AH. De idealistische Hoeker was van mening dat elk product het resultaat was van gezamenlijke arbeid en dat door uitsluitend het fabrieksmerk aan te brengen het collectief werd geëerd. Dat maakt het nu lastiger om aan te tonen welke stukken door wie zijn ontworpen. Ook vergelijkingen van stijlkenmerken van de verschillende ontwerpers, overgeleverde werken en historische documentatie geven geen uitsluitend antwoord.

 

 

De klinknagels van Berlage

De klokken van Berlage zijn, zoals het een architect betaamt, monumentaal van vorm. Voor zowel Berlage als Eisenloeffel – die zich liet inspireren door de vormopvattingen van Berlage – geldt dat zij de constructie van het voorwerp benadrukten. Functionele elementen zoals klinknagels werden gebruikt als versierend element. Een belangrijk verschil tussen de ontwerpen van beiden is de hoeveelheid toegepaste klinknagels. Waar de voorwerpen van Eisenloeffel niet veel meer nagels bevatten dan nodig voor de constructie, past Berlage soms hele sierranden van klinknagels toe. Dit is goed te zien op de vroegst bekende foto van een klokkenstel naar ontwerp van Berlage, afgedrukt op een plaatje dat hoort bij het plaatjesalbum Hollandsche Kunst van Van Nelle. Deze koffie- en theefabrikant gaf vanaf 1902 een serie verzamelplaatjes uit, waarvoor in 1903 het bijbehorende verzamelalbum verscheen. De kast van de afgebeelde Berlage-klok wordt als het ware afgebiesd met een rand van omgeslagen metaal, die vanaf de zijvlakken over het voorvlak valt en is vastgezet met een vrij dicht bij elkaar aangebrachte rij klinknagels. De constructie is decoratie geworden. Net als het klokkenstel hierboven, heeft het bovenste deel van de klok een ronde vorm en loopt het onderste deel van de kast iets uit. De ronde vorm én het kenmerkende gebruik van de sierrand van klinknagels komen ook voor bij twee Berlage-klokken in de collectie van het Gemeentemuseum en het Drents Museum. Deze klokken zijn gemaakt bij metaalatelier Becht & Dyserinck, waar ’t Binnenhuis het gros van zijn metaalwerk liet uitvoeren. Dit metaalwerk is wat groter dan dat van Amstelhoek. Beide klokken zijn gemerkt met metalen plaatjes van zowel de fabrikant als ’t Binnenhuis.

 

Stoffels bij Amstelhoek

Ambachtsman Cornelis Stoffels had rond 1900 ook ontwerpersaspiraties. In hoeverre hij daaraan bij Amstelhoek uitdrukking kon geven is onbekend. In de kunsthistorische literatuur wordt ervan uitgegaan dat Stoffels in zijn Amstelhoek-periode nog niet ontwierp. Een nazaat van Stoffels is een andere mening toegedaan. Waar Berlage (als vernieuwer in de vormgeving) en Eisenloeffel (als artistiek leider van de metaalafdeling van Amstelhoek) de grote namen zijn van de Nieuwe Kunst, zou Stoffels zich binnen het Amstelhoek-collectief ook artistiek hebben mogen ontplooien. Als bekwaam uitvoerder bij Amstelhoek was hij hoe dan ook vertrouwd met de ontwerpideeën van Eisenloeffel en Berlage. Bovendien kende hij als geen ander de mogelijkheden van het materiaal en beheerste hij een scala aan technieken. 

 

Onvrede

Als Eisenloeffel in 1902 vertrekt bij Amstelhoek – uit onvrede over het feit dat hij als ontwerper geen individuele credits krijgt – wordt de metaalafdeling gedurende meerdere maanden geleid door Stoffels. Diens nazaat is ervan overtuigd dat Stoffels in die periode niet alleen bestaande ontwerpen heeft uitgevoerd, maar ook zelf nieuwe modellen ontwierp. Uiteindelijk vertrekt ook Stoffels bij Amstelhoek om samen met Eisenloeffel een eigen bedrijf op te richten dat ze de naam Stoffels & Co. geven. Mogelijk wordt hiermee een anti-concurrentiebeding van de veel bekendere Eisenloeffel omzeild. De firma Stoffels & Co. is geen lang leven beschoren, het ontbreekt aan verkoopkanalen en marketingbudget.

 

Onder den Sint-Maarten

Ook Amstelhoek legt het loodje, eind 1903 gaat het bedrijf failliet. De firma Onder den Sint-Maarten, in 1900 opgericht als meubelfabriek, neemt het metaalatelier en de voorraden over uit de failliete boedel. Stoffels wordt vervolgens aangetrokken als ontwerper. In zijn vormentaal toont Stoffels zich een navolger van Eisenloeffel en Berlage. Kijkend naar zijn ontwerpen voor klokken, lijkt hij bepaalde vormen rechtstreeks te hebben overgenomen van zijn beide voorbeelden. Klinknagels past hij toe op vrijwel dezelfde manier als Berlage. Maar vaak gebruikt hij een veel rijkere decoratie. Hoewel de klokken op pagina 22 en 29, die hij maakte bij Onder den Sint-Maarten, een duidelijke verwantschap laten zien met het werk van zijn inspirators, ogen ze voller en drukker. Geschoold in het vlakornament, en een meester in technieken, kiest hij ervoor zijn klokken te versieren met gestileerde natuurmotieven en lineaire decors die in het metaal worden gegraveerd, geciseleerd, ajour gezaagd op in email worden aangebracht. Ook gaat hij soms kwistig om met het gebruik van gekleurde stenen en glas. Stoffels blijft tot 1906 aan Onder den Sint-Maarten verbonden. Rond die tijd begint de populariteit van de Nieuwe Kunst te tanen. De fabriek schroeft de productie van Nieuwe Kunstmeubels en metaalwerk geleidelijk aan terug.

 



 

Nauwe banden

De klokken van Berlage, Eisenloeffel en Stoffels zijn exemplarisch voor de vernieuwingen in de vormgeving tussen 1900 en 1905. De firma’s waaraan zij waren verbonden, ’t Binnenhuis, Amstelhoek en Onder den Sint-Maarten, onderhielden nauwe banden en keken bij elkaar in de keuken. Waar het ontwerpidee van de een ophield en dat van de ander begon, valt niet met zekerheid te zeggen. Wat de zaak nog gecompliceerder maakt, is dat de bedrijven in 1902 een overeenkomst sloten op elkaars producten in consignatie en productie te nemen. Misschien dat nader onderzoek ooit meer duidelijk kan geven. Maar het feit dat Amstelhoek ontwerper niet meer eerde dan uitvoerders helpt daarbij niet.

 

Tekst: Belinda Visser

Foto’s: Dennis A-Tjak 

 

© Kunstconsult – 20th century art | objects

Citeren uit deze tekst is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en met een link naar deze pagina.