Van Art Nouveau tot Modernisme: De tweede Gouden Eeuw van Delft

Geplaatst op 13 juli 2018

Van 1880 tot 1940 groeide Delft als kleine provinciestad uit tot een van de belangrijkste centra van de kunstnijverheid in Nederland. Deze bloei van de Delftse kunst was te danken aan een unieke wisselwerking tussen kunst, onderwijs en industrie: het ‘Delftse wonder’. Museum Prinsenhof Delft belicht met werk van belangrijke kunstenaars – van Jan Toorop tot Bart van der Leck – deze bloeiperiode van de Delftse kunst. Van Art Nouveau tot Modernisme. Wegens succes is de tentoonstelling verlengd tot en met 9 september.

 

Belangrijk centrum van de Art Nouveau

Deze twee prachtige vazen van De Porceleyne Fles - de bekende aardewerkfabriek van het Delfts blauw - waren ronduit vernieuwend in 1900. Delft ontwikkelde zich in deze tijd naast Amsterdam en Den Haag tot een belangrijk centrum van de Nederlandse Art Nouveau. Deze ontwikkeling was een direct uitvloeisel van de industriële revolutie. Nederland beleefde een tweede 'Gouden Eeuw' dankzij de toenemende handel en industrialisatie. Door deze economische voorspoed konden de kunsten opbloeien. Ook in Delft, waar de industrie floreerde en de Polytechnische School was opgericht, werd de basis gelegd voor een van de meest vernieuwende en kleurrijke hoofdstukken uit de kunstgeschiedenis. Na de Art Nouveau konden ook stromingen als de Art Deco, De Stijl en de Nieuwe Zakelijkheid opbloeien in Delft.

 

NOF: Theo van Hoytema, Jan Toorop en de slaoliestijl

Uitzonderlijk voor Delft was de creatieve samenwerking tussen kunstenaars en de industrie. Zo speeldeondernemer Jacques van Marken een grote rol in de ontwikkeling van de Art Nouveau. Hij was de oprichter van de Gist- en Spiritusfabriek en de Nederlandsche Oliefabriek (NOF). Zijn opdrachten aan kunstenaars betekenden een enorme stimulans voor de creativiteit in Delft. Hij vroeg kunstenaars als Jan Toorop en Theo van Hoytema om affiches en reclamemateriaal te ontwerpen voor zijn producten. Van Hoytema bedacht bijvoorbeeld de vormgeving van de houten kisten met slaolieflessen. En het slaolieaffiche dat Toorop voor de NOF ontwierp werd wereldberoemd. De Nederlandse Art Nouveau kreeg door dit bijzondere affiche zelfs de bijnaam ‘slaoliestijl’.

 

 

Polytechnische School

Zowel Van Marken als Toorop studeerden aan de Polytechnische School. Industriëlen en kunstenaars in spe volgden samen onderwijs aan deze in 1864 opgerichte voorloper van de huidige TU Delft. Veel kunstenaars studeerden in die tijd ook aan bouwkunde- en kunstnijverheidsscholen, naast academies voor beeldende kunsten. Studenten kregen aan de Polytechnische School les in weg- en waterbouw en bouwkunde, maar konden hier ook leren tekenen en boetseren. Dit onderwijs gaf een belangrijke impuls aan de kunst en kunstnijverheid in Delft. 

 

Adolf le Comte, vernieuwer bij de Porceleyne Fles

Een van de meest invloedrijke docenten was Adolf le Comte, die nauw betrokken was bij artistieke ontwikkelingen en projecten in de stad. Zo ontwikkelde De Porceleyne Fles - de laatst overgebleven aardewerkfabriek in Delft - onder zijn artistieke adviseurschap spectaculaire nieuwe vormen, decoraties en glazuren waarmee hoge ogen werden gegooid op de wereldtentoonstelling in Parijs in 1900. Door de florerende economie van het eind van de 19de eeuw was er ruimte voor de fabriek om naast het traditionele Delfts blauw te experimenteren met eigentijdse producten die het Delfts aardewerk opnieuw op een internationaal voetstuk plaatsten.

 

 

Kunstnijverheidsbedrijven

Anders dan in Amsterdam en Den Haag waren het in Delft niet zozeer individuele kunstenaars, maar kunstnijverheidsbedrijven die hun stempel drukten op de kunstproductie. Net als bij De Porceleyne Fles, was ook bij andere Delftse kunstnijverheidsbedrijven als Glasatelier ‘t Prinsenhof en Koninklijke Fabriek F.W. Braat, een hernieuwde aandacht voor het ambacht.Het was Le Comte die zijn leerling Jan Schouten aanzette tot het brandschilderen van glas en het oprichten van Atelier ’t Prinsenhof in 1889. Het atelier vervaardigde bijzondere glas-in-loodramen en verwierf hiermee grote bekendheid door deelname aan nationale én internationale tentoonstellingen. Firma Braat was gespecialiseerd in het vervaardigen van siersmeedwerk, kozijnen, verwarmingssystemen en het verzinken van metalen. Vooral haar hekwerken en lampen vielen op door sierlijk gebogen smeedwerk in de vorm van planten en insecten als vlinders, typisch voor de Art Nouveau. Gezamenlijk zetten deze bedrijven Delft op de kaart door hun innovatie, vakmanschap en esthetiek. Ze kregen belangrijke opdrachten, bijvoorbeeld voor het in 1913 geopende Vredespaleis in Den Haag. Het paleis werd voorzien van bouwkeramiek van de Porceleyne Fles, glas-in-loodramen van Atelier ’t Prinsenhof en brons- en metaalwerk van Firma Braat.

 

Tentoonstelling in Museum Prinsenhof

Voor het eerst wordt in Delft deze belangrijke periode in de geschiedenis van de stad belicht. Museum Prinsenhof Delft toont een verscheidenheid aan bijzondere objecten, zoals schilderijen, affiches, keramiek en glas-in-lood. Werk van belangrijke kunstenaars, van Toorop tot Bart van der Leck, tonen de bloeiperiode van de Delftste kunst van 1880 tot 1940, met als startpunt de Art Nouveau.

 

Art Nouveau | Nieuwe Zakelijkheid | Delft, Museum Prinsenhof. Wegens succes is de tentoonstelling verlengd tot en met 9 september!

 

 

Tekst: Noortje Remmerswaal 

Foto’s: Jan Toorop, Delftsche slaolie affiche voor de Nederlandsche Oliefabriek, 1894, Stichting Ricard Delft, foto: Marco Zwinkels Theo van HoytemaDelftsche slaolie kisten voor de Nederlandsche Oliefabriek, collectie Museum Prinsenhof Delft, bruikleen Unilever Nederland BV, foto: Marco Zwinkels | Adolf le Comte, De Porceleyne Fles, vaas met voorstelling van Adam en Eva, porselein-biscuit, 1901, 13,8 x 10 cm, collectie Museum Prinsenhof Delft, aangekocht met steun van Vereniging Rembrandt.

 

© Kunstconsult – 20th century art | objects

Citeren uit deze tekst is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en met een link naar deze pagina.