Else Berg en Mommie Schwarz: Kleurrijk kunstenaarspaar

Geplaatst op 5 september 2018

In 1925, op de befaamde Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes in Parijs, kreeg Mommie Schwarz een gouden medaille en een prachtig ‘diploma’ in de categorie ‘Art de la Rue’. Hij tekende graag marktkooplieden, bouwvakkers, het laden en lossen op havenkades, passagiers en matrozen op boten en clochards onder bruggen. Die hingen in het Hollandsch paviljoen, gebouwd door de architect Staal, ingericht door Wijdeveld en voorzien van beeldhouwwerk van Hildo Krop. Schwarz illustreerde een verslag van de bouw in De Amsterdammer.

 

Vanuit Parijs naar Amsterdam

Samenwerken en -reizen met bevriende architecten, ambachtslieden en kunstenaars van uiteenlopende disciplines, hoorde bij de avant-garde en paste in het leven van kunstenaarspaar Else Berg en Mommie Schwarz. Ze kwamen rond 1910 uit Parijs, vestigden zich in Amsterdam waar de modernisering van de kunst begon door te dringen en werden daar lid van de nieuwe, moderne kunstenaarsverenigingen, zoals de Moderne Kunstkring, De Onafhankelijken en de Hollandsche Kunstenaarskring. Van hun werk uit die tijd is vrijwel niets teruggevonden, maar de kritieken leren dat Else Berg en Samuel (MommieSchwarz tot de zeer moderne kunstenaars werden gerekend toen ze zich omstreeks 1910 in Amsterdam vestigden. Op vroege exposities van die verenigingen was het vooral Schwarz’ werk dat opviel en bewonderd werd als ‘exposé van uitspattend schilderstalent’. Die belangstelling duurde niet lang. Wellicht door de aandacht die zijn tijdgenoten en vrienden Leo Gestel en Jan Sluijters wisten te trekken

 

 

Met Leo Gestel naar Mallorca

Eind 1913 maakten Berg en Schwarz, samen met Leo en An Gestel een werkreis naar Mallorca waar ze begin 1914 een paar maanden bleven en tot een zeer geïnspireerde symbiose kwamen. Ze maakten sterk op elkaar gelijkend werk dat in kwaliteit niet te onderscheiden is. Schwarz week nog het meeste af en Berg durfde het meest heftige kleurgebruik aan. Het werk scoorde goed na hun terugkeer. Maar de (latere) kunstgeschiedschrijvingonder meer door Loosjes-Terpstra, een groot bewonderaarster van Leo Gestel, is een van de redenen waarom na de oorlog alleen diens ‘Mallorcawerk’ werd genoemd. Berg en Schwarz verdwenen als reisgezellen naar de marge en daarmee stelden ook andere kunsthistorici zich decennialang tevreden. Wat daar vermoedelijk aan heeft bijgedragen is de enorme variatie in stijl die beiden – maar vooral Berg – hun hele artistieke leven beoefenden. Hun persoonlijke handschrift is zeer herkenbaar voor wie hun werk wat beter kent, maar tot een soort finale eigen stijl kwam het nooit.

 

Piet Boendermaker

Na Mallorca vestigde Schwarz zich enige tijd in Schoorl – zoals meer Amsterdams-Bergense kunstenaarsBerg zocht hem daar regelmatig op. (Hun hele huwelijk woonden zij elk in hun eigen atelier.) In Schoorl raakte het paar bevriend met Piet Boendermaker. Deze spande zich zeer in om moderne kunstenaars te ondersteunen en de moderne kunst onder de aandacht te brengen van musea die daar toen nog nauwelijks belangstelling voor hadden. Hij ontpopte zich als de enige echte verzamelaar van het werk van Berg en Schwarz. Berg kreeg haar leven lang gematigd positieve reacties op haar werk. De allereerste opgetogen belangstelling voor Schwarz’ werk ebde heel snel weg en het duurde tot aan zijn eerste solotentoonstelling in 1929 (hij was toen 53 jaar oud) voor men opnieuw vaststelde dat hij – behalve een goed graficus – een ‘echte schilder’ was, een ‘schilderlijk schilder’ zelfs.

 

Grafische ontwerpen

Zijn grafische ontwerpwerk kreeg van meet af aan al lof. Gedurende de gehele Art Deco-periode voorzag Schwarz in zijn onderhoud door brochures, boekomslagen, illustraties en reclameplaten te makenHij maakte affiches voor toneelstukken, Veilig Verkeer, de ontwikkeling van het ‘Boschplan’, Kinderpostzegels, andere goede doelen en voor een beperkt aantal commerciële instellingen waaronder drukkerij Kotting waarmee hij regelmatig samenwerkte. Die hingen in de stad, als publieke kunstwerken, en werden besproken door critici, van wie een aantal zich specialiseerde in de toegepaste kunst.

 

 

Rol in de kunstgeschiedenis

Berg en Schwarz waren uitermate productief en actief in het kunstleven. Ze namen tussen 1910 en 1942 deel aan meer dan 150 (groeps)exposities in binnen- en buitenland. Een zoektocht naar hun werk leverde tot dusver een kleine 1600 tekeningen, schetsen, grafisch werk en schilderijen op; bij benadering twee derde van hun oeuvre. Vooral uit de periode nadat ze naar Amsterdam kwamen (rond hun 35ste) tot hun brute eind in Auschwitz, is relatief veel teruggevonden. In 1989 organiseerde het Frans Hals Museum een expositie van Bergs werk. Toen werd vastgesteld dat haar rol in de kunstgeschiedenis ten onrechte volstrekt ondergewaardeerd was. En hetzelfde kan van Schwarz worden vastgesteld. Aan zijn werk werd nooit meer een tentoonstelling gewijd, tot in 2012 in het Joods Historisch Museum de tentoonstelling Else Berg en Mommie SchwarzSchilderspaar uit de Nederlandse avant-garde te zien was. In 2013 volgde een overzichtstentoonstelling van het grafische werk van Mommie Schwarz in Museum Kranenburg in Bergen.

 

Fascinerende zoektocht

Bij deze tentoonstellingen verscheen een dubbelmonografie over Else Berg en Mommie Schwarz, geschreven door Linda Horn. Hun deportatie en het leegroven van hun respectievelijke atelierwoningen wiste veel sporen uit; verzinsels en halve waarheden domineerden hun uiterst povere geschiedenis. Een poging tot reconstructie van beider leven en werk werd een fascinerende zoektocht naar sporen van hun familiale achtergrond, hun opvattingen, hun reizen door heel Europa en hun levensgeschiedenis.

Die begon in het westen van Pruisen, in de omgeving van Düsseldorf, met de drie families Berg, Schwarz en Winter die door huwelijken met elkaar verbonden warenMidden negentiende eeuw trokken ze er weg om te proberen hun omstandigheden te verbeteren, maar zij hielden altijd contact. De ouders van Schwarz gingen naar Zutphen, waar Samuel vijftien jaar later (1876) werd geboren als tiende in een gezin met elf kinderen dat niet doodarm was, maar moest sappelen om rond te komen. De ouders van Else gingen naar Ratibor (Opper Silezië, Oost-Pruisen, nu Polen) waar Else (1877) in welstand opgroeide tussen drie broers en drie zussen

 

Experimenteerzin

Samuel, bekend onder zijn latere schildersnaam ‘Mommie’ en Else waren als enige in hun gezinnen geïnteresseerd in de kunst. Berg kreeg van haar ouders de gelegenheid om naar Berlijn te gaan en kreeg een gedegen opleiding in een tijd waarin de Duitse Romantiek en de Jugendstil bezig waren te verdwijnen, het Duits realisme met alledaagse afbeeldingen van ‘gewone’ burgers opgang maakte en het invloedrijke Franse impressionisme de Pruisische kunstkringen bereikte. In de laatste jaren van Bergs verblijf in Berlijn ontstond het Duits expressionisme. De confrontatie met al die ontwikkelingen moet een enorme indruk hebben gemaakt op de jonge Else Berg en verklaart wellicht haar experimenteerzin. Nog voor ze een eigen artistieke lijn had kunnen bepalen, wist ze al dat bijna alles mogelijk was. Niet hechten aan een bepaalde vorm, kenmerkt haar werk en de avant-garde van haar tijd.

 

 

New York, Berlijn, Parijs

Schwarz wurmde zich in 1897 los uit het garen- en bandwinkeltje van zijn ouders in Zutphen, waar hij als winkelbediende werkte en ging met een oudere broer naar New YorkDaar koos hij voor de kunstRond 1908 keerde hij definitief terug naar Europa en ging als kunstenaar naar Berlijn, naar zijn schilderende nicht Else. Samen vertrokken ze in 1909 naar Parijs waar kunstenaars uit de hele wereld samenstroomden om zich onder te dompelen in het impressionisme, het fauvisme, het kubisme en in experimenten met licht, lucht en kleur die niet in specifieke stromingen zijn ondergebracht. 

 

Hypermoderne vernieuwers

Beiden waren er in Berlijn en Parijs getuige van hoe moderne kunstenaars, met nieuwe opvattingen, braken met de traditionele kunstbeoefening waarin zij geschoold warenZij waren erbij en maakte er deel van uit nog voordat Mondriaan, Sluijters en Gestel – hun tijdgenoten en latere vrienden  naar Parijs trokken. Het is dus niet verwonderlijk dat het aanvankelijk Berg en vooral Schwarz waren die in Nederlandse kunstkringen korte tijd als de hypermoderne vernieuwers werden beschouwd.

 

 

Over de auteur van dit artikel

Dit artikel werd geschreven door Linda Horn. Geïntrigeerd door een schilderij van Else Berg, dook zij in de geschiedenis van de kunstenares en haar echtgenoot Mommie Schwarz. Beiden behoorden tot de Amsterdamse avant-garde maar raakten na hun vroegtijdige dood in Auschwitz in de vergetelheid. Onterecht, stelt Horn vast, na acht jaar intensief onderzoek naar werk en leven van het kleurrijke kunstenaarspaar. Haar zoektocht leidde tot bovengenoemde tentoonstellingen in het Joods Historisch Museum en Museum Kranenburg en tot de dubbelmonografie Else Berg en Mommie Schwarz, kunstenaarspaar in Amsterdam 1910-1942In dit rijk geïllustreerde boek gaat Linda Horn in op de ontluikende modernisering in de Nederlandse kunst; de uiterst kwetsbare (financiële) positie van kunstenaars en de internationale context van economische verandering, sociale bewegingen en nieuwe idealen. Ook de opkomende nazibeweging en de dreiging van de Tweede Wereldoorlog worden beschouwd vanuit het perspectief van Berg en Schwarz. (Uitgeverij De KunstISBN 978 94 91196 18 8)

 

Bekijk de verkoopcollectie voor meer schetsen van Mommie Schwarz.

Tekst: Linda Horn. Historische foto's: Hanna Elkan, familiearchief A. Baanders. Affiche Arti et Amicitiae, 1928, particuliere collectie. Else Berg, 'Circus', ca. 1927, Collectie Nardinc.

 

© Kunstconsult – 20th century art | objects

Citeren uit deze tekst is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en met een link naar deze pagina.