Bauhaus: Een netwerk van pioniers

Geplaatst op 5 februari 2019

Bauhaus-expert Mienke Simon Thomas kijkt uit naar 9 februari 2019. Dan opent een museaal meesterwerk waaraan jaren van onderzoek voorafgingen. Met een vernieuwend tentoonstellingsconcept maakt Museum Boijmans Van Beuningen de inspirerende relatie tussen het Duitse Bauhaus en Nederlandse kunstenaars tastbaar. Vol vuur vertelt de conservator ons over de tentoonstelling waar ze haar hart en ziel in heeft gestopt.

Het Bauhaus is toonaangevend geweest voor de designgeschiedenis van de 20ste-eeuw. In de tentoonstelling wil Mienke Simon Thomas niet alleen laten zien hoe Bauhaus-principes doorsijpelden naar Nederland, maar ook hoe Nederlandse kunstenaars en ontwerpers een niet geringe bijdrage hebben geleverd aan de ideologie van deze ontwerpschool. Voor haar onderzoek, dat nieuwe feiten aan het licht heeft gebracht, bestaat internationale erkenning.


Walter Gropius als pr-strateeg

In een vooruitblik op de tentoonstelling legt zij eerst uit hoe het mogelijk was dat een betrekkelijk klein instituut zo’n enorme impact had. Na de oprichting in 1919, verspreidde de vernieuwende ideologie van het Bauhaus zich in de jaren 20 namelijk rap door de westerse wereld. Simon Thomas vertelt hoe dit onder andere was te danken aan oprichter Walter Gropius. ‘Via een buitengewoon moderne pr-strategie wist hij het Bauhaus op de kaart te zetten. Dankzij een grote hoeveelheid aan publiciteit en campagnes kwam de leer van het Bauhaus terecht bij andere kunstenaars en toekomstige studenten, maar ook bij potentiële kopers tot in de Verenigde Staten aan toe. Het Bauhaus was immers tegelijkertijd een productiehuis.’ Het Bauhaus was overal en dat was ook precies Gropius’ bedoeling.

 

 

Bauhäusler naar Nederland

Bekende Nederlandse architecten die al vroeg aan het Bauhaus gelieerd waren, zijn J.J.P Oud en Mart Stam. Beide zijn van grote betekenis geweest voor het modernistische Nieuwe Bouwen in Rotterdam (Kiefhoek, Van Nelle Fabriek). Op de tentoonstelling is te zien hoe in Nederland de invloed van het Bauhaus verder toeneemt vanaf 1933, het jaar waarin de ontwerpschool door de nazi’s werd gesloten. Bauhäusler weken uit naar ons land en werden actief bij Nederlandse kunst- en ontwerpopleidingen, richtten werkplaatsen op en ontwierpen voor belangrijke spelers in de Nederlandse meubelindustrie zoals De Ploeg en Gispen. Het functionalistische Bauhaus-gedachtegoed heeft zich sindsdien weten te wortelen in het Nederlandse ontwerponderwijs. Zo gaf Mart Stam als directeur van het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (de latere Rietveld Academie) de Bauhaus-principes door aan een tweede generatie, waarvan Friso Kramer een bekende vertegenwoordiger is.

 

Knooppunten

Mienke Simon Thomas streeft er in de tentoonstelling naar om bezoekers de relatie tussen Nederland en het Bauhaus echt te laten ervaren. In de tentoonstellingsruimte loop je langs 27 ‘knooppunten’ van het netwerk waarbinnen de Bauhaus-principes werden verspreid, variërend van plaatsen waar kunstenaars elkaar ontmoetten tot media waarin zij over elkaar lazen en plaatsen waar vooruitstrevende klanten hun werk konden kopen. Denk aan de eerste Bauhaustentoonstelling in 1923, de Firma Metz & Co in Amsterdam en de Deutsche Werkbund. Via een app is per kunstenaar te zien in welke ‘knooppunten’ deze zich begaf. Uiteraard zal een overzicht van iconische Bauhaus-ontwerpen niet ontbreken. Maar juist de minder bekende producten en de beïnvloeding over en weer tussen Duitsland en Nederland geven nieuwe inzichten, voorspelt ze.

 

 

Lattenstuhl

Het is de onlangs door het museum verworven Lattenstuhl van Marcel Breuer die de Nederlandse bijdrage aan het Bauhaus het meest tastbaar maakt, vindt Simon Thomas. ‘De grootste Nederlandse invloed op het Bauhaus vormde het tijdschrift De Stijl, dat door docenten en studenten aan het Bauhaus goed gelezen werd. De stoel laat zien dat Breuer met bewondering keek naar de meubelexperimenten van bekend lid Gerrit Rietveld, die soortgelijke stoelen ontwierp’, stelt ze. De ontwerpschool onderhield ook nauwe contacten met De Stijl-leden Theo van Doesburg en eerdergenoemde J.J.P. Oud. Van de veertien Bauhaus-boeken die vanaf 1924 werden uitgegeven, waren er maar liefst drie aan Nederlandse De Stijl-kunstenaars gewijd.

 

Lampen

Over een Gispen-lamp uit 1927 doet Simon Thomas een interessante onthulling: ‘Op de tentoonstelling Die Wohnung uit hetzelfde jaar had Gispen de gelegenheid om deze lamp te laten zien. De revolutionaire hanglamp bestaat uit een glazen schijf met daaronder een glazen bol. Dit model van de Rotterdamse fabriek lijkt als twee druppels water op een tegelijkertijd opkomend model van Bauhaus-student Naum Slutzky. Wie precies als eerste met dit idee kwam weten we nog niet. Misschien presenteerden ze het tegelijkertijd, maar het Bauhaus was zéker niet eerder’, stelt Simon Thomas. Bauhäusler konden kennismaken met de lampen van Gispen via het tijdschrift i10 Internationale Revue, maar andersom is niet bekend hoe Gispen de lampen van Bauhaus-studenten heeft kunnen zien.

 

 

Revolutionair

Hoewel de opleiding in totaal niet meer dan 1250 studenten heeft geteld, is het Bauhaus honderd jaar later nog steeds wereldwijd bekend en geliefd. Dat lag niet alléén aan de pr-machine van Walter Gropius, verklaart Simon Thomas: ‘De ideologie van het Bauhaus was simpelweg revolutionair. Waar vormgeven in de negentiende eeuw bestond uit het aanbrengen van nieuwe ornamenten op bestaande ontwerpen, ging het Bauhaus terug naar de basis: waartoe dient een stoel, hoe groot is het menselijk lichaam, hoe zit een mens eigenlijk? Het concept van de stalenbuisstoel was een revolutie binnen het meubelontwerp. In plaats van doorgaan op wat er al bestond, werd een compleet nieuw idee van een stoel uitgevonden.’ Het zal op de tentoonstelling niet ontbreken aan een paar bijzondere exemplaren. Waaronder die van Mart Stam – in 1926 de uitvinder van de achterpootloze stoel – en van tijdgenoot Paul Schuitema, ontwerper en mede-eigenaar van meubelfabriek d3. Diens fauteuil nr. 55 heeft de kenmerkende achterpootloze constructie van stalen buizen en is bekleed met bruin textiel. De door Schuitema ontworpen achterpootloze stoel in model 32 bevind zich momenteel in de verkoopcollectie van Kunstconsult. Schuitema was als docent aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag een enthousiast verspreider van de Bauhaus-principes.

 

Bestaande ideeën loslaten

Als bezoeker van de tentoonstelling word je vanaf de eerste ruimte al meegesleurd in de onderwijsideologie van de Duitse ontwerpschool. Simon Thomas vertelt hoe zij bezoekers – net zoals nieuwe studenten destijds – een Vorkurs wil laten ervaren, waarin bestaande ideeën over vormgeving worden ‘gewist’. ‘Door met een frisse kijk van start te gaan, zul je het revolutionaire karakter van het Bauhaus nog beter beleven.’ Via opdrachten worden vormen, materialen en technieken opnieuw in beschouwing genomen. De bekendste onderdelen van deze Vorkurs zijn destijds bedacht door kunstenaar Josef Albers, die ook een van de topstukken van de tentoonstelling heeft ontworpen. Mienke Simon Thomas: ‘Het gaat om een al bestaand theeglas met schotel, waar door Albers revolutionaire handvatten aan zijn toegevoegd. Dit kleine, maar zeldzame en uiterst kostbare stuk belichaamt in al zijn eenvoud de sociale idealen van het Bauhaus’.


NEDERLAND ⇄ BAUHAUS - Pioniers van een nieuwe wereld, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, 9 februari t/m 26 mei 2019, www.boijmans.nl

 

 

Tekst: Zaida Bouwmeester en Belinda Visser

Foto’s: Museum Boijmans van Beuningen en Kunstconsult, 20th century art | objects.
Hoofdfoto: Marcel Breuer, vier bijzettafels, ca. 1926, vernikkeld metaal, in vier kleuren gelakt hout. Particuliere collectie in Duitsland. 
Eerste foto: Kitty van der Mijll Dekker, Bauhaus Diplomarbeit, veelkleurig slingerbindingsweefsel voor katoenen bedsprei (detail), 1932, handgeweven katoen.
Tweede foto: Marcel Breuer, leunstoel model ti 1a, 1923, hout, textiel, uitvoering meubelwerkplaats Bauhaus Weimar. Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Foto: Tom Haartsen. 
 

 

© Kunstconsult – 20th century art | objects

Citeren uit deze tekst is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en met een link naar deze pagina.