Georg Jensen: Meester in Zilverdesign

Geplaatst op 7 februari 2018

Modern Deens zilverwerk en de naam Georg Jensen worden vaak in één adem genoemd. Een door Georg Jensen in 1918 ontworpen tazza is te zien in de tentoonstelling Silver Design in Time in het Nederlands Zilvermuseum in Schoonhoven. Dit vroege object maakt deel uit van een overzicht van meer dan 100 jaar industrieel ontworpen zilverobjecten. Hier wordt onder meer duidelijk hoe de vormgevingsideeën van Jensen konden doordringen tot in de huiskamers van de Nederlandse middenklasse.

Opleiding tot goudsmid bij de firma A. Andersen

Georg Jensen (1866-1935) ziet het levenslicht in het landelijk gelegen Raadvad, niet ver van Kopenhagen. Als hij 13 jaar oud is werkt hij net als zijn vader bij de lokale messenfabriek. Na verhuizing van de familie naar Kopenhagen verruilt hij deze betrekking voor een opleiding tot goudsmid bij de firma A. Andersen. Vier jaar is hij hier in de leer maar Georg Jensen heeft eigenlijk andere ambities: hij wil beeldhouwer worden. Een verzoek tot toetreding tot de Kunstacademie wordt in eerste instantie afgewezen maar na enige volharding lukt het hem om in 1887 toegelaten te worden.

 

Zilverwerkplaats Mogens Ballin

Eenmaal afgestudeerd krijgen enkele van zijn keramische gebruiksvoorwerpen en beelden een redelijk goede kritiek maar hij verdient hiermee uiteindelijk niet genoeg om zijn gezin te kunnen onderhouden. Jensen ziet zich genoodzaakt om zijn beide beroepen te combineren: overdag werken in de zilverwerkplaats van de bekende firma Mogens Ballin en ’s avonds in het keramische atelier thuis. Deze combinatie valt hem echter zwaar en de volgende stap in zijn carrière is dan ook snel gemaakt.

 

Zilveren sieraden in Art Nouveau stijl

In 1904 opent Jensen aan de Bredgade 36, een van Kopenhagens meest prominente straten, een kleine werkplaats boven een poort in een gebouw dat eens een textielfabriek is geweest. Met assistentie van slechts één zilversmid, Otto Strange Friis, en twee leerlingen, Henry Pilstrup en Georg Nilsson, maakt Georg Jensen sieraden in de Deense variant van de Art Nouveau, de skønvirke stijl. In zilver – en niet in goud – want de sieraden moeten betaalbaar zijn voor een breed publiek. Vaak met toevoeging van gekleurde stenen als kornalijn, amber, koraal en maansteen.

 

Al vroeg expositie in Designmuseum

In een kleine vitrine aan de buitengevel worden de sieraden uitgestald. Georg Jensen heeft vrijwel onmiddellijk succes met zijn op de natuur geïnspireerde en artistiek vormgegeven ontwerpen. Ze sluiten naadloos aan bij de damesmode in die periode. Na ruim een half jaar is de collectie sieraden, aangevuld met enkele lepels en een theeservies, dusdanig van omvang dat er een tentoonstelling wordt georganiseerd in wat tegenwoordig het Designmuseet in Kopenhagen heet. De respons is positief en leidt tot nieuwe opdrachten en bekendheid in het buitenland, in Duitsland in het bijzonder.

 

Natuurlijke motieven

Al snel wordt de kleine werkplaats verruild voor een groter atelier met een winkel. Het assortiment sieraden wordt uitgebreid met divers groot zilverwerk. Hierbij streeft Jensen naar eenvoudige basisvormen in combinatie met de karakteristieke hamerslag en ornamenten in de vorm van druiventrossen, magnoliaknoppen en andere aan de natuur ontleende motieven. Vanaf het begin wordt handmatig werk gecombineerd met het gebruik van machines en mallen. Maar wel zo dat beide bewerkingsmethoden met elkaar in balans zijn en zonder concessies te doen aan de kwaliteit en artisticiteit.

Internationaal succes

Het internationale succes van de firma Jensen is in belangrijke mate te danken aan de vruchtbare samenwerking met talentvolle ontwerpers, afkomstig uit verschillende disciplines. Als beeldhouwer, tekenaar, architect of meubelontwerper zijn zij verantwoordelijk voor een grote diversiteit aan moderne producten die met elkaar gemeen hebben dat ze tot in de perfectie zijn uitgevoerd.

 

Johan Rohde voor Georg Jensen

Een medewerker van het eerste uur is de kunstschilder en meubelontwerper Johan Rohde (1856-1935). Hij leert Georg Jensen kennen wanneer deze nog werkt in de zilverwerkplaats van Mogens Ballin en wanneer ze elkaar na enkele jaren weer ontmoeten aan de Breidgade 36 leidt dat vrijwel meteen tot een goede verstandhouding. Jensen is de enige die begrip heeft voor Rohde’s opvattingen van een eenvoudige vormentaal met duidelijke, vloeiende lijnen en weinig decoratie. Dat hij daarmee zijn tijd vooruit is, blijkt uit het feit dat enkele van zijn ontwerpen voor Jensen zo modern zijn dat ze om commerciële redenen pas jaren later worden uitgevoerd. Tegelijkertijd zijn enkele van zijn schalen op voet conform aan de stijl van ontwerpen van Georg Jensen zelf. Tot aan zijn dood blijft Rohde voor de firma werken.

 

Harald Nielsen: hoofdontwerper bij Georg Jensen

Een vitale rol speelt ook Harald Nielsen (1892-1977), ontwerper en tekenaar en zwager van Georg Jensen. Hij treedt in 1909 als ciseleur in dienst. Vanaf 1920 is hij hoofdontwerper van de werkplaats. In het begin bewerkt Nielsen de ontwerpschetsen van Jensen en Rohde tot bruikbare tekeningen. Hij heeft een goede neus voor het succes van een ontwerp en is verantwoordelijk voor een aantal ontwerpen in de Art Deco-stijl waarvan sommige nog steeds in productie zijn. Uiteindelijk als artistiek directeur gaat hij in 1962 met pensioen.

 

Gero-zilver uit Zeist

De firma Jensen is zeker niet het enige bedrijf dat samenwerking zoekt met talentvolle ontwerpers teneinde artistiek verantwoorde, eigentijdse voorwerpen op de markt te brengen. In de eerste decennia van de 20ste eeuw zijn in vrijwel heel Europa kunstenaars actief bij zilverwerkplaatsen en -fabrieken. In Nederland is dat bijvoorbeeld de Gero-fabriek in Zeist.

De Eerste Nederlandsche Fabriek van Nieuw Zilveren Werken wordt in 1912 opgericht en staat sinds 1925 bekend onder de naam Gero. Het is de eerste Nederlandse fabriek die verzilverde voorwerpen maakt: Gero-zilver, een verzilverde legering van koper, nikkel en zink. Een ander belangrijk product is het Gero-tin. In het buitenland bestaat veel belangstelling voor de producten van de Gero-fabriek en in 1922 wordt in Kopenhagen de Aktieselskabet Gerofabriken opgericht om de Deense markt te bedienen. Hier werkt Georg F.H. Nilsson (1888-1975) vanaf 1925 als fabrieksleider en ontwerper.

 

Georg Nilsson: inspiratie en imitatie

Georg Nilsson krijgt zijn opleiding tot zilversmid in het atelier van Mogens Ballin waar op dat moment Georg Jensen sieraden ontwerpt en uitvoert. In 1904 werkt Nilsson als ciseleur in de zilverwerkplaats van Jensen aan de Bredgade.

In de vroege ontwerpen van Georg Nilsson voor de Gero-fabriek is nog duidelijk de invloed van Jensen te zien. Een schaal van Nilsson in Gero-tin heeft veel gemeen met een zilveren schaal op voet die Jensen in 1923 ontwierp. Beide schalen vertonen de kenmerkende hamerslagstructuur en de druiventrossen. Behalve in Gero-tin ontwerpt Nilsson ook veel in Gero-zilver. De ‘Jensen-stijl’ wordt begin jaren 30 losgelaten vanwege de vraag naar een modernere vormgeving. Zo ontstaat menig ontwerp voor bestek en corpuswerk in Art Deco-stijl.

Wanneer de Gero-fabriek in Kopenhagen door tegenvallende resultaten zijn deuren sluit, verhuist Nilsson in 1933 met zijn gezin naar Zeist. Anders dan bekende kunstenaars als Chris van der Hoef, Jan Eisenloeffel en A.D. Copier, die begin jaren dertig op freelancebasis werkzaam zijn voor de fabriek, wordt Georg Nilsson een van de belangrijkste vaste ontwerpers.

 

Gero-zilver: echt of onecht

Met het Gero-zilver, goedkoper dan echt zilver maar met dezelfde uitstraling, gaat Gero de concurrentie aan met producenten als de firma Jensen. Deze fysieke gelijkenis zorgt voor onrust onder producenten van echt zilver. Men meent dat het gebruik van de term ‘zilver’ voor niet-zilveren voorwerpen tot oneerlijke concurrentie leidt. In Nederland richt de Bond van Edelmetaalverenigingen zich in 1925 tot de minister van arbeid, handel en nijverheid. De bond verzoekt om een maatregel die bepaalt dat het begrip ‘zilver’ alleen gebruikt mag worden voor voorwerpen die volgens de waarborg als zilveren werken worden aangeduid. De minister laat zich niet overtuigen, hij is van mening dat het verschil tussen zilver en verzilverd duidelijk genoeg is door de aanwezige keurmerken. De strijd tussen de minister en de Bond belandt in een langdurige impasse en pas jaren later, in 1953, wordt de Eerste Nederlandse Waarborgwet van kracht, die tot doel heeft de consument te beschermen tegen bedrog en de ondernemer tegen oneerlijke concurrentie. De naam Gero-zilver wordt vanaf dan als misleidend beschouwd en wordt veranderd in Gero Zilvium.

 

Georg Jensen poëtisch over het edelmetaal zilver

In tegenstelling tot de tazza’s van Georg Nilsson voor Gero, zijn die van de Georg Jensen vervaardigd in sterling zilver. In 1926 uit hij zich in poëtische bewoordingen over zijn geliefde edelmetaal:

‘Zilver is het mooiste materiaal ter wereld. Waar goud wordt geroemd om zijn waarde, staat zilver bekend om zijn indrukwekkende effect. Zilver heeft een heerlijk eigenzinnig karakter, dat getemd moet worden. En dan die mooie glans, als maanlicht in een Deense zomernacht. Zilver kan enerzijds schemerig glanzen, terwijl het met een mooi patina lijkt op de mistige aarde in een betoverend ochtendgloren’.

Niet alleen door de vorm, maar ook door de uitvoering in sterling silver, zijn door Georg Jensen ontworpen objecten een eeuw later nog steeds geliefde designvoorwerpen.

 

Museumexpositie en verkoopcollectie

De tazza uit 1918 die is afgebeeld bij dit blog, maakt deel uit van de verkoopcollectie van Kunstconsult. De met druiventrossen gedecoreerde schaal op voet is uitgeleend aan het Nederlands Zilvermuseum in Schoonhoven voor de tentoonstelling Silver Design in Time. Deze is te zien t/m 4 maart 2018, www.zilvermuseum.com

Aansluitend aan de tentoonstelling is de tazza te bekijken in de galerie van Kunstconsult in Amstelveen. Kijk op de collectiepagina voor meer origineel zilverwerk van Georg Jensen in de verkoopcollectie van Kunstconsult.

 

Tekst: Rita Vastenholt

Foto’s: Erik Rijper