De arend die de wereld rond zeilde

Geplaatst op 6 november 2017

Toen beeldhouwer Jan Altorf rond 1915 zijn krachtig gevormde arend uit lindenhout sneed, wist hij dat deze als trappaalbekroning zou dienen in de villa van de Nederlandse industrieel Cornelis Bruynzeel sr. Wat hij niet kon bevroeden, was dat de arend ruim een halve eeuw later als mascotte in de stuurhut van de Stormvogel zou staan. Met deze legendarisch snelle oceaanracer won Bruynzeels zoon en opvolger menige oceaanrace.

De Arendshoeve van Cornelis Bruynzeel

Rond 1915 liet Cornelis Bruynzeel sr. (1875-1956), eigenaar van timmerfabriek De Arend in Rotterdam, een villa bouwen in het lommerrijke dorp Voorburg nabij Den Haag. Hij noemde het huis de Arendshoeve. Bruynzeel sr. omringde zich met kunst. Zo gaf hij schilder Vilmos Huszár, een van de oprichters van De Stijl-beweging, opdracht een groot glas-in-lood raam voor de villa te ontwerpen. Johan Coenraad ‘Jan’ Altorf (1876-1955) beeldhouwde voor de Arendshoeve niet alleen de trappaal, maar ook de grote gevelsteen die de entreepartij sierde. Een machtige arend met breed gespreide vleugels en geweldige klauwen tooide de gevel van de villa.

 

Vlakornament

Zijn eerste gevelornamenten maakte Altorf rond 1900 voor kunsthandel Arts and Crafts in Den Haag. In 1901 volgde een gevelsteen voor de door Henry van de Velde ontworpen villa De Zeemeeuw in Scheveningen. Ook voorzag hij een wieg en een eetkamerscherm, die Johan Thorn Prikker voor de villa ontwierp, van rijk gedecoreerd snijwerk. Het vlakke ornament van de in reliëf gestoken decoraties zou later regelmatig terugkeren in zijn sculpturen.

Dierfiguren vormen vaak het motief in (bouw)sculpturen en meubels van Altorf. Zo ontwierp hij in 1906 een bouwsculptuur van een pelikaan voor het Levensverzekeringsgebouw in Maastricht. Stoelen met slakken op de hoeken van de rugleuning en een tafel voorzien van uilen en insecten in reliëf maken deel uit van de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam.

 

Eerste Nederlandse animaliers

De houten arend uit de Arendshoeve was niet de enige trappaalbekroning die hij maakte. Helene Kröller-Müller was een groot bewonderaar van het werk van Altorf. In jachthuis Sint Hubertus, haar buitenhuis op landgoed de Hoge Veluwe, rust een granieten oehoe op de trappaal. Altorf vervaardigde de sculptuur in 1917. Enkele jaren later ontwierp hij een bronzen uil en bronzen havik die in de bibliotheek van het jachthuis staan.

Altorf behoorde aan het begin van de 20ste eeuw, samen met tijdgenoten Joseph Mendes da Costa, John Rädecker en Hildo Krop, tot de eerste lichting animaliers in Nederland. Hij liet zich inspireren door de exotische diersoorten in dierentuin Artis in Amsterdam. Sculpturen van onder meer apen, vogels en olifanten voerde hij in verschillende materialen uit.

 

De essentie van het dier

De abstracte vorm van de houten arend is kenmerkend voor Altorfs stijl. Het dier lijkt opgebouwd uit plastische, geometrische vlakken. Door de elementen te reduceren tot een abstracte vorm probeerde Altorf tot de essentie van het dier te komen. De invloeden van het symbolisme en de theosofie zijn duidelijk zichtbaar. Opvallend is dat bepaalde karakteristieken van het dier zijn uitvergroot of juist verkleind ten opzichte van de werkelijke proporties. Zo zijn de klauwen van de arend benadrukt. Het verenkleed vertoont overeenkomsten met het eerdergenoemde vlakke ornament. Altorf maakte gebruik van een hoekige en gesloten vormentaal. Hij gaf het karakter van een dier weer alsof het een moment van rust en contemplatie ervoer.

 

Zilveren medaille in Turijn

Altorf vervaardigde ook dieren in ivoor, waaronder verschillende uilen en een kameleon. Ivoor was door zijn hardheid een zeer lastig te bewerken materiaal. Hierbij was opperste concentratie vereist. Objecten van ivoor toonden doorgaans de kunstigheid en hoogstaande kwaliteiten van de beeldhouwer. Op de eerste internationale tentoonstelling van moderne decoratieve kunst in 1902 (L'Esposizione Internazionale d'Arte Decorativa Moderna) in Turijn ontving Altorf voor enkele ivoren beeldjes een zilveren medaille.

In 1911-1912 werkte Altorf kortstondig samen met keramist Chris Lanooy. Altorf ontwierp enkele dierplastieken en Lanooy bakte ze af. Bekend zijn onder meer een papegaai en een olifant in wit geglazuurd porselein. Experimenteel van karakter is een aardewerk bizon afgewerkt met bruin glazuur. In de geabstraheerde vorm en de uitvergrote kop is onmiskenbaar de hand van Altorf te herkennen.

 

De familie Bruynzeel en zijn arenden

Terug naar de arenden die Altorf voor de Arendshoeve maakte. Het huis staat er nog steeds, maar de arenden reisden met de Bruynzeels mee. De firma Bruynzeel ontwikkelde zich in de loop van de 20ste eeuw tot een grote fabrikant van deuren, parketvloeren, potloden en keukens, die zijn vleugels uitsloeg naar andere continenten. Nadat in 1919 timmerfabriek De Arend was afgebrand, herbouwde Cornelis Bruynzeel sr. niet alleen een deel van de fabriek in Rotterdam, maar liet hij ook een nieuwe deurenfabriek bouwen in Zaandam. Dat was het begin van de grote expansie. Zijn oudste zoon Cornelis (1900-1980), die er de man niet naar was zich junior te laten noemen, werd in 1920 directeur van de nieuwe fabriek. CB, zoals hij zich noemde, bepaalde na het overlijden van zijn ouders dat de arenden niet in de Arendshoeve zouden worden achtergelaten, maar in de familie Bruynzeel zouden blijven. Rond 1960 verhuisde de gevelsteen naar de Arendshoek, het moderne huis dat CB vijf jaar eerder in Zaandam had laten bouwen. De arend werd daar ingebouwd in een hek, waar hij tot eind jaren 80 weer en wind doorstond.

 

Mascotte op een legendarische oceaanracer

De houten arend ging een avontuurlijker toekomst tegemoet. Die verhuisde van de trap van de Arendshoeve naar CB’s 34-meterjacht de Stormvogel, dat hij rond 1960 had laten bouwen. Al sinds de jaren 30 – toen nog op zijn oceaanracer de Zeearend – was CB een succesvol zeezeiler. De Stormvogel was een van de eerste lichtgewicht oceaanracers, waarmee CB tijdens wedstrijden over de hele wereld legendarische successen boekte. De arend belandde als een mascotte op de paal bovenaan de trap naar de stuurhut.

Bij de verkoop van de Stormvogel en de Arendshoek werden beide sculpturen opnieuw behouden voor de familie. Nu echter, een eeuw nadat Altorf ze in opdracht van Cornelis Bruynzeel sr. vervaardigde, mogen de arenden de wijde wereld in, een nieuwe toekomst tegemoet.

 

Heeft u interesse in de arenden die Jan Altorf vervaardigde voor Cornelis Bruynzeel sr? Neem dan contact op met Kunstconsult.

 

 

Tekst: Belinda Visser en Marleen Windhorst

Foto’s: Dennis A-Tjak

 

© Kunstconsult – 20th century art | objects

Citeren uit deze tekst is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en met een link naar deze pagina.