RAM-keramiek van Theo Colenbrander

Geplaatst op 1 september 2018

Waarom staken idealistische en kunstzinnige mensen een kwart miljoen gulden als werkkapitaal in een Arnhemse plateelbakkerij om de producten van een 82-jarige kunstenaar te realiseren? Die vraag intrigeert Arno Weltens, biograaf van sierkunstenaar Theo Colenbrander. Het artistieke resultaat van hun investering mag er in elk geval zijn. Met als gevolg dat RAM-keramiek na bijna een eeuw nog altijd kostbaar is.

Er kan maar één verklaring zijn waarom investeerders Theo Colenbrander (1841-1930), Nederlands eerste industrieel ontwerper, deze unieke kans boden. Kennelijk stelden zij een rotsvast vertrouwen in de visie van deze nestor van de Nederlandse kunstnijverheid. Voortbordurend op eerder driedimensionaal werk zou Colenbrander in de periode 1920-1925 bij RAM zijn laatste artistieke prestatie neerzetten. En dankzij technische ontwikkelingen konden zijn ontwerpen nagenoeg perfect worden uitgevoerd.

 

Revolutionaire vormen

Dat was 35 jaar eerder, tijdens zijn werkzaamheden voor de befaamde Haagse plateelbakkerij Rozenburg wel anders. In de periode 1884-1889 liepen bij menig gebakken object de kleuren nog door; met name de tinten blauw en groen stelden de fabriek voor uitdagingen. Toch herkende kunstminnend Nederland toen al zijn revolutionaire vorm-, kleur- en decoratiegebruik. Kunstcritici en collega-kunstenaars waren laaiend enthousiast. Maar slechts een beperkt aantal kopers wist zijn kunstuitingen op waarde te schatten.

Dit gold nog meer voor de vele tapijtontwerpen die freelancer Colenbrander in zijn leven produceerde. Kon een excentriek ogende vaas of schotel nog passen in het toenmalige interieur, dat gold niet voor een handgeknoopt Colenbrandertapijt. De ongewone, felle kleuren en de soms bizarre patronen detoneerden al gauw bij het meubilair. Modernisering van het hele interieur leek de enige optie. Alleen zijn ontwerpen ‘Artisjok’ en ‘Moeras’ werden een commercieel succes. Deze tapijten, aanvankelijk vervaardigd bij de Amersfoortsche Tapijtfabriek en later bij de Deventer Tapijtfabriek, waren leverbaar in meerdere varianten.

 

Eigenzinnig mens

De oorspronkelijkheid van zijn schetsen voor keramiek, tapijten, interieurontwerpen en boek- en tijdschriftomslagen, is terug te voeren op de persoon zelf. Colenbrander was een eigenzinnig mens. Opgeleid als architect maar werkend als opzichter en technisch tekenaar, koos hij op 44-jarige leeftijd voor het ongewisse bestaan van sierkunstenaar.

Als artistiek visionair kwam hij menigmaal in conflict met directieleden, verantwoordelijk voor het zakelijk beleid. Zo eindigde zijn dienstverband als artistiek leider bij Rozenburg en Zuid-Holland met ruzie. Bij de Goudse plateelbakkerij Zuid-Holland bleef zijn bemoeienis als ontwerper van nieuwe patronen op bestaand aardewerk zelfs tot een jaar beperkt (1912-1913). Colenbrander was zeer op zichzelf, maar beschikte toch over een select groepje vrienden. Journalisten ondernamen tevergeefs diverse pogingen om hem te strikken voor een interview. Er is slechts één portretfoto van hem bewaard gebleven. De in Doesburg geboren kunstenaar was wars van uiterlijk vertoon. Dat werd nog eens treffend gedemonstreerd in 1923, bij een speciaal voor hem in het Stedelijk Museum te Amsterdam georganiseerde eretentoonstelling. De hoofdpersoon ontbrak en niet vanwege zijn hoge leeftijd of de lange reis van Arnhem naar de hoofdstad; een paar dagen na de opening reisde Colenbrander wel naar Rotterdam om zijn vriend de kunstschilder Gerke Henkes een bezoek te brengen.

 

 

Procedé en assortiment

Voor RAM – een verwijzing naar het sterrenbeeld – vervaardigde Colenbrander circa zestig verschillende vormen, waarop hij zo’n zevenhonderd decors tekende. Uitgangspunt was de natuur, met name de flora, waarbij hij de plant- en bloemvormen abstraheerde. Ook de ondergrond (restvorm) - variërend van crème tot griesmeeltint - was essentieel voor zijn ontwerp.

Het RAM-assortiment bestond uit een breed scala met als hoogtepunt de vijf- en driedelige kaststellen die hij tekende. Met het kaststel decor ‘Cathedraal’ verwierf de plateelbakkerij in 1925 een gouden medaille op de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels modernes in Parijs. Exemplaren van dit uit dekselvazen en beker bestaande stel bevinden zich in de collecties van Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam en het Museum voor Moderne Kunst Arnhem. Er waren echter ook kleinere en goedkopere objecten verkrijgbaar zoals bakjes, bekers en zelfs – al was RAM-keramiek geen gebruiks-, maar sieraardewerk – een bloempotje.

De patronen werden door Colenbrander persoonlijk met potlood op een modelvaas van biscuit aangebracht. Vervolgens kleurde hij het decor met waterverf in. In het atelier zorgde Wim van Ham, plateelschilder en Colenbranders rechterhand, dat de patronen door middel van ponsoenen op de modellen werden overgebracht. In de fabriek zouden de plateelschilders de gewenste kleuren met verf aanbrengen.

 

 

Emailverven en géén oxideverven

Over de verfkeuze ontstond in 1923 onenigheid met directeur Van Lerven. Karakteristiek voor het Colenbranderaardewerk bij RAM was de toepassing van emailverven. De kunstenaar wilde dat de vlakken dekkend werden ingevuld. Van Lerven meende echter een goedkopere manier gevonden te hebben. Namelijk de toepassing van oxideverven, die dunner en luchtiger konden worden aangebracht. Colenbrander was het volstrekt oneens met de experimenten en reageerde furieus. Hij verafschuwde deze nieuwe verven, omdat ze naar zijn mening niet pasten bij zijn patronen. Omdat hij niet of nauwelijks in de fabriek aanwezig was, ontging deze mutatie hem aanvankelijk. De kunstenaar wist vervolgens via de financier de zaak terug te draaien. De waterverfachtige oxideverven werden alleen in 1923 en 1924 toegepast. Opmerkelijk is dat dit verschil in uitvoering nauwelijks in de toenmalige en huidige handelsprijzen tot uitdrukking komt.

 

Ontwikkeling prijsniveau

Al tijdens de productieperiode van RAM lagen de verkoopprijzen hoog. In maart 1924 verzuchtte een kunstverslaggever van De Telegraaf bij de kijkdag van een veiling van A. Mak in Amsterdam, dat: ‘De plateelbakkerij ‘Ram’ de opdracht tot verkoop van Colenbrander’s aardewerk geeft, omdat de winkeliers dit handwerk te duur vinden en aan fabriekswaar meer kunnen verdienen’. Volgens de Arnhemse museumdirecteur Van Erven Dorens waren de veilingen echter een doelbewuste manier om deze objecten onder de aandacht van het publiek te brengen. De initiatiefnemers achter RAM wilden bewerkstelligen dat een zo groot mogelijke groep van kunstliefhebbers het aardewerk kon aanschaffen.

Van Erven Dorens kocht op deze veiling een stel 30 centimeter hoge elliptische vazen met decor ‘Rotsen’ voor 44 gulden. Ter vergelijking: één soortgelijke vaas met decor ‘Markt’ bracht in mei 2007 bij Christie’s in Amsterdam 4800 euro op. Een veilinguitslag van 33 jaar geleden vermeldt al 950 gulden voor een stel 8 centimeter hoge bakjes met decor ‘Sierlijk’. Uitschieter qua opbrengst is een 60 centimeter hoge dekselvaas met decor ‘Kracht’, waarvoor in 2002 bij een veiling in Amsterdam 16.730 euro werd afgerekend.

 

Verschuiving

Opmerkelijk is dat er sinds de jaren tachtig in de veilingopbrengsten een verschuiving heeft plaatsgevonden. Aanvankelijk lagen de prijzen van Rozenburg boven het niveau van RAM; tegenwoordig is het omgekeerde het geval. Dat maakt werk van Colenbrander uit deze periode niet alleen in artistiek, maar ook in financieel opzicht een rijk bezit.

Dat Colenbrander-keramiek al 125 jaar onafgebroken in de belangstelling staat toont aan dat deze kunstenaar geen achterhaald tijdsfenomeen is. De artistieke erfenis van Colenbrander is en blijft wel voorbehouden aan echte liefhebbers.

 

Over de auteur van dit artikel

Auteur Arno Weltens noemt zichzelf retrowatcher. Hij is voorzitter van de stichting ‘Behoud Nederlandse Jugendstilarchitectuur’ en schreef boeken over het aardewerk en de tapijten van Colenbrander en vele andere onderwerpen. Ook biedt Weltens museale ondersteuning bij het inrichten van tentoonstellingen. Zo was hij de motor achter de ‘Theo Colenbrandersalon’ in streekmuseum De Roode Tooren in Doesburg. Daarnaast is hij beeldresearcher voor de publieke omroep. Op YouTube is van zijn hand een zes minuten durende film over Colenbrander te zien. In 2014 heeft hij een biografie over de kunstenaar uitgebracht: Theo Colenbrander 1841 – 1930. (Uitgeverij Wbooks, ISBN 9789462580084)

 

Tentoonstelling

Tot en met 2 juni is in Museum Gouda de tentoonstelling Biscuits van Theo Colenbrander te zien. Een aantal bijzondere modellen die Colenbrander in biscuit maakte als voorbeeld voor de plateelschilders geven hier een inkijkje in het proces van ontwerp tot uitvoering van plateel in Gouda en Arnhem.  

 

Tekst: Arno Weltens

Foto’s: Noortje Remmerswaal

 

© Kunstconsult – 20th century art | objects

Citeren uit deze tekst is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en met een link naar deze pagina.