In de geest van Bauhaus

Geplaatst op 14 februari 2019

In 1919 richtte architect Walter Gropius het Bauhaus op, het meest invloedrijke instituut voor vormgeving in de geschiedenis. Dit jaar wordt de honderdste verjaardag van het Bauhaus in Duitsland uitgebreid gevierd. Ook in Nederland gaat het eeuwfeest niet onopgemerkt voorbij. Geïnspireerd door het jubileumjaar selecteerde het team van Kunstconsult zes objecten uit de verkoopcollectie. Stuk voor stuk zijn ze gerelateerd aan het Bauhaus.

 

Marianne Brandt
Boekensteunen, 1930

De Duitse schilder, beeldhouwer, fotograaf en ontwerper Marianne Brandt (1893 – 1983) studeerde aan het Bauhaus, waar ze in 1928 de leiding kreeg over metaalwerkplaats Ruppelwerk. Haar lampen, asbakken en theeserviezen worden beschouwd als voorlopers van modern industrieel design. In 1930 ontwierp zij deze functionalistische boekensteunen.

 


Paul Schuitema
Achterpootloze stoel, 1932

Modernist Paul Schuitema (1897 – 1973) was fotograaf, filmer en grafisch en industrieel ontwerper. Als docent aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag verspreidde hij actief het Bauhausgedachtegoed. In 1932 was Schuitema medeoprichter van meubelfabriek d3, producent van stalenbuismeubelen. In datzelfde jaar nam d3 deze achterpootloze stoel in productie. De zeldzame stoel wordt gekenmerkt door zijn comfortabele zit.

 

 



Hannah Höch
Aquarel ‘Pat u Patachon’, jaren 20

Dada-kunstenares Hannah Höch (1889 – 1978) zou in 1932 exposeren bij het Bauhaus. Zover lieten de nazi’s het echter niet komen: zij verboden de voorgenomen tentoonstelling. De titel van deze vrolijke aquarel van Höch verwijst naar het Deense komische duo Pat en Patachon, dat in de jaren 20 furore maakte met stomme films.

Willem Hendrik Gispen

Diagonaalstoel, 1935

Willem Hendrik Gispen (1890 – 1981) was erbij toen het Bauhaus in 1926 in Stuttgart de eerste achterpootloze buisframestoel presenteerde. Toen Gispen hierna ook met achterpootloze modellen kwam, ontstond er een discussie over auteursrechten waarin Thonet, met ontwerpers Mart Stam en Marcel Breuer, tegenover Gispen stond. Niet veel later kreeg Gispen de opdracht om voor de Van Nellefabriek in Rotterdam de stoelen te leveren. Het pand werd uitgerust met verschillende uitvoeringen van de diagonaalstoel. Gispen presenteerde in 1927 een prototype en vanaf 1929 werd de stoel in serieproductie genomen. De naam werd ontleend aan de scherpe buiging van het staal.

 



Paul Citroen
Leerdam Unica, 1960

Roelof Paul Citroen (1896 – 1983) volgde van 1922 tot 1925 zijn opleiding aan het Bauhaus. Later was hij een van de oprichters en docenten van de Nieuwe Kunstschool in Amsterdam. Beroemd zijn zijn fotocollage Metropolis uit 1923 en zijn portretten van bekendheden. In 1960 produceerde Glasfabriek Leerdam 54 unieke glasobjecten naar ontwerp van Paul Citroen. Deze fraai gedecoreerde schaal is daarvan een goed voorbeeld.

 



Friso Kramer
Hout-polyester stoel, 1966

Aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam, onder directie van Mart Stam, kreeg Friso Kramer (1922) les naar het Bauhaus-model. Hij zou zich ontwikkelen tot een bekend Nederlands industrieel ontwerper, die ‘zichzelf wilde wegontwerpen’. In 1966 creëerde hij voor de Duitse fabrikant Wilkhahn de Hout-polyester stoel.

 

 

Tekst: Bobby van Brussel

Foto's: Erik Rijper, Dennis A-Tjak, Dieter Enke

 

© Kunstconsult – 20th century art | objects

Citeren uit deze tekst is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en met een link naar deze pagina.